ASAC

Amsterdamse Studenten Alpen Club » #7 De Bandlus

De bandlus, de schlinge(slinge? schjling? reepsnoer?, we houden het maar bij bandlus) is een onmisbaar stuk materiaal waar tegelijkertijd weinig aandacht aan besteed wordt en veel vooroordelen over bestaan. Denk jij ook dat je doodgaat zodra je een knoop in je bandlus legt? Of dat je hem weg moet gooien na een middagje felle zon? Dan is deze column voor jou! Ook als je jezelf deze vragen niet stelt, mag je gerust verder lezen, wellicht steek je er wat van op!

Hoe groot is de jouwe?

Zoals iedere klimmer die over het meest basale niveau van opmerkzaamheid beschikt wel eens heeft opgemerkt: “Sommige bandlussen zijn groter dan andere”. En dat is helemaal oke. Sommige bandlussen zijn ook dikker dan andere. En dat is heel normaal. Zoals mijn moeder altijd zei: “Maak je niet druk jongen, voor elk maatje bestaat een gaatje”. Elk formaat bandlus heeft zo zijn toepassingen. Als je gaat rondwinkelen zie je 2 maten aangegeven; de lengte in cm en de breedte in mm. De meest gangbare lengtes zijn 30/60/120/240 cm. De breedte loopt van 6mm tot 18mm, waar het verschil hem vaak in het materiaal zit. Let op: bij lengtes gaat het van de totale lengte van de bandlus. Als je een bandlus van 60cm koopt is de omtrek 60cm, maar de effectieve lengte 30cm! Ik zal eerst even alle lengtes afgaan:

  • 30 cm: Ik heb geen flaauw idee waar deze maat voor bedoeld is. Deze maat past niet eens om je borst heen. Volgens mij bestaat deze maat alleen om met lage prijzen te kunnen adverteren op internet. Koop deze maat maar niet. (Pieter Willems merkt op Facebook op dat je deze maat kan gebruiken als je geen karabiner in de standplaats krijgt, of voor het toepassen van de Texas Rope Trick. Dit trucje vergt wat denkvermogen en wordt je pas aangeleerd in de OVM cursus)
  • 60 cm: Dit is een van de meest gangbare maten. Bij de meeste mensen past deze precies schuin over je romp, waardoor je er ultracool uitziet. Hier kan je verlengde setjes mee maken (dit doe je zo). Vooral voor tradklimmen en multipitchen is dit erg fijn. Je kan deze maat ook gebruiken voor zandlopers of om je cams te verlengen. Ik draag van deze maat vaak een aantal om mijn borst met 1 snapper eraan, zodat ik makkelijk mijn cams can verlengen. Sommige mensen gebruiken deze maat als zelfzekering. In mijn opinie ben je dan een beetje een flapdrol. Hij is gewoon te kort, en als je over je lichaam zekert is het nog gevaarlijk ook. Wees geen flapdrol
  • 120 cm: Dit is onder ASAC-ers een populaire maat. Om een of andere reden noemen we dit vaak een ‘standplaats’. In mijn hoofd is een standplaats een plek op rots, niet een stukje nylon aan je gordel. Ik vraag me of ASAC-ers ook met een hamer rondlopen waar naar verwijzen als ’tafel’, omdat je met een hamer een tafel kunt bouwen? Jullie blijven me verbazen. Dit is inderdaad de perfecte maat om een rijverankering mee te bouwen (de column met mijn mening over standplaatsen bewaar ik tot het eind van het jaar, omdat ik verwacht per direct door de OC geroyeerd te worden). Verder is dit wel een fijne maat voor een zelfzekering (wees cool en maak je zelfzekering met een paalsteek aan je gordel), mits je een achtknoop halverwege legt. Zo behoudt je de mogelijkheid om hem in te korten of een verlengde abseil te bouwen. Voor het behaakt multipitchen heb je hier eigenlijk maar 1tje van nodig dus. Aan alle sportklimmers/instructeurs die permanent met een kluwen van bandlussen en prusiks rondlopen: Ik vind jullie eigenlijk ook een stelletje flapdrollen. Maar dat is mijn mening.
  • 240 cm: De king sling. De koning der bandlussen. Dit is de langste maat die je in mijn ogen nog kan verantwoorden. Met deze maat kan je een krachtendriehoek bouwen voor je ak-standplaats (als je nog in krachtenverdeling gelooft) of stand maken op een groot rotsblok (al kan je hier gewoon een rondje omheen lopen met je touw?) De meeste mensen hebben dit dus niet echt nodig, maar het is wel leuk om touwtje mee te springen.
  • Nog groter: Er zijn soms nog wel grotere maten beschikbaar, maar ik zie niet in waar je die voor nodig zou hebben. Als je per se heel veel sling wilt, kan je het beste nog een reepsnoer van de rol kopen en het zelf knopen in de maten die je wilt (let op: dit is niet ASAC-proof)

Materiaal

Alle bandlussen zijn gemaakt van plastic. Heel slecht voor de wereld eigenlijk. Onze klimtouwen zijn ook gemaakt van plastic. Een klimtouw bevat ongeveer evenveel plastic als 4000 plastic tasjes. Denk daar maar eens over na als je een arrogante Amsterdams kop een tasje weigert bij de Turkse supermarkt en met 10 kilo aan boodschappen in je handen naar huis strompelt. Amerikaanse soldaten vechten keihard in het midden-oosten om de olie veilig te stellen, waar wij dan weer klimmateriaal van maken. Anyway. De onafhankelijksheids verklaring mag dan wel lezen: “All men are created equal”, maar voor plastic is dit zeker niet het geval. Iets specifieker gezegd zijn alle bandlussen gemaakt van polymeren. Dit zijn langerekte ketens van moleculen, vaak bestaande uit miljoenen atomen. Die maak je door stukjes olie aan elkaar te knopen. Deze polymeren weven samen in een vezel, die uiteindelijk weer samenweven in je bandlus. De meest bekende en meest goedkope polymeer is nylon. Bandlussen van nylon zijn herkenbaar omdat ze dikker, zwaarder en soepeler zijn dan andere materialen. Alle andere materialen, bekend onder merknamen zoals Dyneema en Spectra, zijn andere polymeren met andere eigenschappen. Een kort overzicht:

  • Nylon: Mijn persoonlijke favoriet. Dik en voelt stevig aan. Is relatief elastisch en je kan er makkelijk knopen in leggen en uithalen. Het enige waar ik dit niet zou gebruiken is bij een verlengd setje, omdat het teveel geprutsel wordt. Een 120cm nylon bandlus weegt ongeveer 67 gram, terwijl een dyneema sling ongeveer 35 gram weegt. Als je in totaal 4x 60 cm en 2x 120 cm bij je draagt scheelt dat je dus 120 gram aan gewicht (ter vergelijking: een setje weegt ongeveer 100 gram en het verschil tussen een volle en een lege blaas is 500 gram). Voor een uitgebreide discussie over de superioriteit van nylon, klik hier. Een van de weinige nadelen van nylon is de waterabsorptie, wat kan zorgen voor bevroren bandlussen in winterse omstandigheden
  • Dyneema/spectra: De hippe nieuwkomer op het gebied van bandlussen. Een paar wetenschappers en klimmer kwamen samen in een labaratorium en dachten: “Hoe kunnen we het perfecte materiaal nylon vervangen?” Hun antwoord was het teleurstellende dyneema. Het is ongeveer twee keer zo duur, je kan het niet in hippe kleurtjes verven, het smeltplunt (147 graden) is ontzettend laag, het is te glad om goede knopen in te leggen of uit te halen, het is niet elastisch  en het is minder duurzaam. Om die reden raad Black diamond ook aan om dyneema bandlussen veel vaker te vervangen dan nylon. Ook psychologisch gezien ziet het er sneller beschadigd uit, omdat het toch al zo dun is. Het enige waar je dit voor kan gebruiken is winteromstandigheden of zo’n tumor op je heup die laat zien dat je klaar bent om de meest sicke takel uit de geschiedenis van Yvoir uit te gaan voeren. Verder zijn ze stiekem toch wel heel fijn om verlengde setjes mee te maken.
  • Kevlar/Aramide: Een nog nieuwere toevoeging zijn die hippe, stijve, ronde bandlussen die je wel eens ziet hangen. De stijfheid en de ronde vorm helpen heel erg bij het leggen van zandlopers, verder is dit meer een one-trick pony die je geld eigenlijk niet waard is.
  • Edelrid Techweb: Een aantal fabrikanten hebben een fancy nieuwe bandlus ontwikkeld met een kern en een mantel, hetzelfde idee als een touw. De mantel is van nylon en kan dus goed knopen houden en kern is van dyneema waardoor het in totaal lichter is. Het voordeel is dat je dit van de rol kan afsnijden in de gewenste lengte en zelf kan dichtknopen. Op zich een goed idee, wel duur. Een praktische toepassing is het herslingen van oud trad-materiaal zoals hexen. Verder kan ik er weinig toepassingen voor bedenken.

Slijtage

Belangrijke vragen die elke gierige klimmer zich wel eens stelt zijn: “wanneer moet ik nu nieuwe bandlussen gaan kopen?” en “kan ik dit stukje nylon uit de jaren tachtig dat ik halverwege de Eiger tegenkwam nog gebruiken?”. Het antwoord op de tweede vraag is makkelijk: “Nee”. In tegenstelling tot klimmateriaal van aluminium is niet alle schade aan nylon en dyneema zichtbaar aan de buitenkant. Denk bijvoorbeeld aan UV schade of chemische schade. Verder zijn bandlussen zo goedkoop dat ik het risico niet vind opwegen tegen de kosten (5 euro). Mocht je oud nylon materiaal op een standplaats vinden, doe ons allemaal en dienst en vervang het met wat nieuw nylon voor je gordel. Het gevonden materiaal kan doorgesneden (zodat het niet wordt hergebruikt) in de prullenbak.

Verder naar de tweede vraag: Je bandlus kan op meerdere manier slijten. Ten eerste door contact met de rots en karabiners. De kleine vezels van de bandlus gaan stuk en de hij wordt een beetje harig. Dit is in principe niet zo’n probleem, maar zodra je bandlus zo’n 20-30% van zijn breedte heeft verloren wordt het echt tijd om hem eens te vervangen. Een goede vuistregel voor dyneema bandlussen zijn de gekleurde secties aan de buitenkant. Als hij tot daar doorgesleten is, is het tijd. Hier verschijnt gelijk het grote voordeel van 18 mm nylon bandlussen ten opzichte van 8 mm dyneema. Als er 8 mm van je nylon bandlus afgesleten is houdt ie nog prima lichaamsgewicht, maar als er 8 mm van je dyneema bandlus weggesleten is val je in de afgrond als je hem belast.

Een andere boosdoener zijn chemicalien. Een makkelijke vuistregel om aan te houden is: “is het gevaarlijk om op je huid te smeren?” Als het antwoord daarop positief is, is het waarschijnlijk ook slecht voor je bandlus. Een snelle test: Mayonaise, wijn, urine en water zijn waarschijnlijk prima. Accuzuur, chloor en uranium-238 gaan waarschijnlijk problemen veroorzaken. Zie hier voor een uitgebreid onderzoek van Black Diamond naar verschillende chemicalien. Ik heb de meest relevante tabel even gekopieerd voor het overzicht:

De derde boosdoener is misschien nog wel het meest mysteriues: UV-schade. Een kort en sterk versimpeld lesje natuurkunde. Licht bestaat fotonen. Fotonen zijn kleine voetballetjes die door de zon hierheen geschopt worden. Sommige balletjes worden harder geschopt dan anderen (al doet het altijd wel flink pijn 😉 ), dit zorgt voor de verschillende kleuren. Rode balletjes hebben minder energie dan blauwe balletjes, die weer minder energie hebben dan violet. Nu straalt de zon nog een stukje licht uit met wat meer energie dan violet, wat voor onze ogen ontzichtbaar is. Dit noemen we Ultra-Violet licht (meer dan violet). Deze fotonen worden zo hard geschopt dat ze verbindingen in moleculen kapot kunnen knallen. Dit zorgt o.a. voor een verbrande huid, huidkanker en werkende zonnepanelen, maar ook voor beschadigingen in nylon en dyneema. Het is helaas niet superbekend hoe erg deze schade is. Black Diamond geeft aan dat ze ooit een middelabre scholier met een project hebben geholpen die tot de conclusie kwam dat UV-straling bandlussen van beide materialen 16% zwakker maakte. Dit artikel biedt misschien wat meer conclusies, maar sinds ik geen student meer ben heb ik hier geen toegang toe. De matig onderbouwde conclusie die ik kan opbouwen uit deze artikelen, een verzameling mountain project post en mijn eigen gezonde verstand is dat UV-schade alleen niet voldoende is om bandlussen zo te beschadigen dat ze onveilig zijn. Bedenk dat bandlussen genormeerd zijn op 22 kN en een ruggegraat op 12 kN. Dus een bandlus moet meer dan 50% van zijn kracht verliezen voor je er zo hard op kan vallen je ruggegraat heel blijft en je bandlus niet. UV schade wordt waarschijnlijk wel een probleem voor het alpineren op Mars. (iemand heeft de moeite genomen om 10+ pagina’s te schrijven over alpineren op Mars…)

Knopen in je bandlus

Dit onderwerp is veel ingewikkelder dan het op eerst opzicht lijkt. Jullie zijn allemaal wel eens banggemaakt over knopen in je bandlussen. “Ik zag op youtube een filmpje waar ze een knoop testte en die rolde vanzelf uitelkaar!”. De realiteit is dat het een erg ingewikkeld onderwerp is. Alle knopen zijn uiteindelijk een manier om wrijving te vergroten en over wrijving is de natuurkunde nog niet helemaal uitgepraat. Korte samenvatting: knopen in je bandlussen zijn niet gevaarlijk, zolang het om nylon gaat. Dyneema is te glad om knopen te houden en het smeltpunt is te laag. Wanneer twee stukken dyneema hard over elkaar getrokken worden, zoals bij een knoop die doorslipt, zorgt de wrijving voor warmte die het Dyneema laat smelten. Zie hieronder ook de resultaten van een onderzoek van DMM.

Het grootste gevaar zit hem in het dynamisch belasten van zelfzekeringen. Daar zijn ze gewoon niet voor bedoeld, omdat ze niet elastich zijn. Ik adviseer daarom om nooit Dyneema zelfzekeringen te gebruiken en niet in je zelfzekeringen te vallen. Nylon is wat dat betreft iets beter, maar het allerbeste is een zelfzekering op touw, die is gemaakt om in te vallen. Verder zie je dat alle waarden in deze tabel boven de 10 kN zijn, wat sowieso zorgt voor ernstige interne schade aan je ingewanden. Een kleine voetnoot is dat deze test uitgaan van een vrije val en dat is niet helemaal realistisch. Als je in je zelfzekering valt maak je meer een soort kantelende beweging wat de impact zeker zal verminderen. Bij statische belastingen hoef je je geen zorgen de maken over knopen. Zelfs als een knoop je bandlus met 90% verzwakt kan je er nog gewoon met lichaamsgewicht aan hangen. Voor knopen in je standplaats hoef je je dus geen zorgen te maken.

Een speciaal geval van de knoop is de ankersteek. Black Diamond heeft ook hier onderzoek naar gedaan. Zonder jullie lastig te vallen met een heel lang verhaal: ankersteken maakt je bandlus significant zwakker. Mocht je twee bandlussen aan elkaar moeten verbinden, gebruik het liefste een karabiner. Anders, let erop dat je niet iets heel duns aan iets dikkers ankersteekt, het dunne materiaal kan namelijk het dikke materiaal doorsnijden.

 

Dit was het weer voor deze keer. Deze keer maar weer een traditionele nerd column geschreven. Vond je het wat? Vergeet niet te liken en te subscriben onderaan de pagina! Zoals altijd sta ik open voor suggesties. Ben je misschien een retrolid dat zijn eerste setjes wilt kopen? Of een ouder lid dat twijfelt tussen een koepeltent en een tunneltent? Mail me op materiaal@asac.nl of app me gewoon op 0657933710 (sorry dames ik ben al bezet 😛 )

Tot de volgende!

Disclaimer

Elk stukje is een mix tussen informatie, mijn mening en een (niet altijd even geslaagde) poging tot humor. Het is niet mijn bedoeling mensen te beledigen.

Verder ben ik geen instructeur. Ik ben een natuurkundige met meningen over materiaal. Ik heb enigzins het idee dat ik weet waar ik het over heb. Op ASAC-activiteiten (en daarbuiten) ben je altijd zelf verantwoordelijk voor je veiligheid. Luister altijd naar je instructeur. Die heeft er een diploma voor. Ik heb alleen een diploma in natuurkunde en een grote bek hebben.